Conclusies uit de data: de Expected Goal-waarde vertekent
Feyenoord leed een zeer pijnlijke nederlaag tegen een matig Ajax in de Arena. Het werd 2-0 voor de thuisploeg. Een blik op de onderliggende data leert ons drie dingen. De belangrijkste: de ‘Expected Goal’ (xG) waarde kan een behoorlijk vertekend beeld geven.
Feyenoord was de enige ploeg die probeerde te voetballen, wist trainer Robin van Persie na afloop te melden. De thuisploeg deed dat niet. Het speelde verdedigend in een lelijke 5-4-1 formatie, in de woorden van interim-coach Fred Grim. Feyenoord had zoals veel vaker dit seizoen erg veel moeite om tot mogelijkheden te komen tegen een laag compact blok. De teller bleef steken op welgeteld één schot op doel.
1. De xG waarde kan misleidend zijn
Feyenoord kwam tot meer schoten (18 tegen 15) en een hogere xG waarde (1,91 tegen 1,27) dan de Amsterdammers. Maar wie de wedstrijd gezien heeft, zal niet het gevoel hebben gehad dat Feyenoord heel dicht bij een aantal doelpunten was. Feyenoord wist naast de grote kans van Ueda en een kopkansje van Nieuwkoop vrijwel geen serieuze kans te noteren. Dus hoe zit dat?
De Expected Goals on Target (xGOT) biedt hier uitkomst. Waar de xG een beeld geeft van de kwaliteit van de gecreëerde kansen (positie schot, hoek, afstand tot doel), houdt de xGOT ook rekening met hoe een speler de kans uitvoert (plaatsing schot, positie keeper / verdedigers, etc.). De xGOT kijkt ook alleen naar schoten op doel. Immers: als je niet tussen de palen mikt, kan het sowieso nooit een doelpunt worden. En daar is ons antwoord.
Want waar de thuisploeg bijna de helft van de 15 doelpogingen tussen de palen wist te krijgen (7 keer), lukte dat Feyenoord maar één keertje. Het was Timber die uit een volstrekt kansloze hoek op doel mikte. Het gevolg: Feyenoord vertaalde de xG van 1,91 in een xGOT van slechts 0,06. Anders geformuleerd: als je deze mogelijkheden op deze manier uitvoert, dan moet je dezelfde wedstrijd bijna 17 keer spelen om tot één schamele goal te komen. Pijnlijk, maar wel in lijn met de ervaring.
De thuisploeg noteerde een xGOT van 0,96, en mocht dus realistisch gezien 1 goal verwachten. Het zat ze zoals wel vaker een beetje mee, waardoor ze op 2 goals uitkwamen.
2. Een handbalaanval werkt niet
Ook de passmap van Feyenoord verraadt direct een probleem: heel veel heen en weer getik tussen centrale verdedigers Tsuyoshi Watanabe, Anel Ahmedhodźiç, Gijs Smal en Oussama Targhalline. Dus Feyenoord had veel de bal (58% balbezit), maar vooral op plekken waar de verdedigend goed georganiseerde thuisploeg het wel prima vond. Op de middenlijn van Watanabe naar Ahmedhodźiç, en weer terug. De vroege voorsprong sterkte hen in deze spelopvatting, mede vanuit de overtuiging dat ze in de omschakeling altijd weer gevaarlijk konden worden. Ter indicatie: Leo Sauer wist tijdens zijn 81 speelminuten de bal slechts 5 keer in de final third bij een speler met hetzelfde shirt te krijgen.
Trainer Robin van Persie houdt vooralsnog vast aan de spelopvatting met twee brede buitenspelers die veel in de bal komen. Ook als dat tegen een vijfmansverdediging betekent dat de buitenspeler ten minste twee, en vaak drie man moet uitspelen om tot een voorzet te komen. Waar Ajax en bijvoorbeeld ook FCSB Feyenoord doorlopend in de problemen wist te brengen met een aan de binnenkant spelende buitenspeler (Oscar Gloukh), heeft Van Persie tot nu toe altijd herhaald niet van zijn spelopvatting af te willen wijken. Voor een creatieve speler als Calvin Stengs, die een dergelijke rol goed kan invullen, zag de trainer geen rol in zijn team.
3. Hoekschoppen en balcontacten in de zestien leveren niks op
Feyenoord mocht in Amsterdam maar liefst 12 keer een hoekschop nemen. Tot enig gevaar leidde dat niet. De meeste van deze spelhervattingen kwamen niet voorbij de eerste paal. In de laatste twee wedstrijden voor de Klassieker wist Feyenoord dan weliswaar te scoren uit een corner, maar over het algemeen is het rendement toch erg laag.
Gijs Smal gaf na afloop van de wedstrijd voor de camera’s van ESPN al aan dat het tempo bij Feyenoord omhoog moet, en dat de ploeg creativiteit mist. Ook dit zien we terug in de data. Feyenoord had in totaal 43 balcontacten in de zestienmeter van de tegenstander. Dat is geen laag aantal. Ajax kwam maar tot 17, maar wist de bal wel 7 keer op doel te krijgen. Van Feyenoord werden in totaal 7 schoten geblokt. Dit onderstreept de mening van Smal: Feyenoord was dus blijkbaar niet snel of creatief genoeg om de verdedigers in Amsterdamse dienst te verrassen.
Met veel zinloze balcontacten, geblokte schoten, slechts één doelpoging tussen de palen en geen enkele goal tot gevolg.
Statistieken