Piet Bouts / FSV De Feijenoorder
Nieuws
Petta over vertrek bij Feyenoord: “Ze bleven me maar schoppen en trappen"
Bobby Petta gold ooit als aanstormend talent in de Kuip, maar kwam niet verder dan een officieel optreden in het eerste elftal. De aanvaller kwam daarna onder andere uit voor Celtic, aankomende woensdag de tegenstander van Feyenoord in de Champions League. Petta kende in Glasgow zijn hoogtijdagen als voetballer, maar daarna ging het bergafwaarts met de wispelturige speler.
In Glasgow speelde Petta samen met de eveneens oud-Feyenoorders Henrik Larsson en Regi Blinker. Ze wonnen er prijzen, waaronder twee landstitels en de beker. Voor Petta betekende zijn verblijf bij Celtic het hoogtepunt van zijn carrière. Bij Ipswich Town, spelend op het tweede niveau van Engeland, speelde Petta zich in de kijker van de Schotse topclub, nadat hij bij Feyenoord via de achterdeur was vertrokken. Bij de Rotterdamse club wist hij als veelbelovend talent niet door te breken.
Feyenoord
Eén wedstrijd speelde Petta voor Feyenoord. In 1993, in de uitwedstrijd tegen Roda JC. Naar eigen zegge was hij te ongeduldig, maar waren het ook zijn teamgenoten die hem uit de basis hielden. Volgens de inmiddels 49-jarige oud-Feyenoorder kwam dit omdat hij op een training begon te lachen toen hij Ulrich van Gobbel had uitgekapt en voorbij was gegaan, zo vertelt hij in Algemeen Dagblad. “Ze bleven me maar schoppen en trappen”, zegt Petta, die in de jeugd veelvuldig samenspeelde met Giovanni van Bronckhorst. “Dat hield maar niet op. Zelfs Willem van Hanegem en Geert Meijer, de trainers, grepen niet in. Ze wilden mij een lesje leren. Kijken hoe sterk ik was. Maar daarmee bereikten ze het tegenovergestelde.”
Petta ging juist voorzichtiger voetballen en daarmee verdween de onvoorspelbaarheid uit zijn spel. “Ik verloor mijn eigen identiteit.” Als voetballer kwam hij uiteindelijk alsnog bovendrijven. “Er is altijd een manier om eruit te komen. Je moet alleen even uitzoeken wat de juiste manier is”, zo slaat de voormalige aanvaller een bruggetje naar het heden.
Opgelicht
Een slordige twintig jaar later ziet het leven van Petta er radicaal anders uit. De schijnwerpers, glitter en glamour, en het leven op grote voet behoort tot het verleden. Het vele geld dat hij verdiende als voetballer is weg. Opgelicht door mensen met grote financiële plannen waarvan hij dacht dat het vrienden waren. “Het was…heel veel. Ik dacht: als ik klaar ben, heb ik een mooi spaarpotje. Niet dus.” Petta leerde een keiharde levensles. “Ik stond niet stil bij de consequenties. Althans, niet lang genoeg. Ik ging te veel van het goede van de mens uit. Ik was te goedgelovig, het klonk allemaal zo overtuigend. Ze vertellen exact wát je wil horen.”
En dus stapte Petta in, op dezelfde manier waarop hij voetbalde: met volop risico. “Als ik wist dat de kans 10 procent was dat een bepaalde actie zou slagen, dacht ik niet: 90 procent dat-ie mislukt. Dan wil ik bij die 10 procent zitten”, zo blikt hij terug.
Van alles naar niks
De in de Rotterdamse wijk Lombardijen geboren Petta had op een gegeven moment alles. “Ik heb ze allemaal gehad: Audi, Mercedes. Porsche. Net als ontelbare horloges en de mooiste kleren. Auto’s, ik had er niks mee. Maar je gaat erin mee.”
Nadat hij in 2015 zijn carrière afsloot in Australië bij Adelaide Croatia Raiders, was er alleen niks meer. Om hulp vragen deed Petta niet. “Ik ben een trots persoon. En ik hou er niet van om afhankelijk te zijn van anderen. Dan zoek ik liever zelf een uitweg.” Petta ging aan de slag als chauffeur van pakketdienst DPD, was deejay en runde een pub. Inmiddels is hij terug in de voetballerij als individueel trainer bij Pollok Country Park, waar hij jonge voetballers coacht. “Dat is wat je moet doen bij een tegenslag: doe waar je goed in bent, waar je interesses liggen. Ik ben nog niet waar ik wil zijn, maar ik zit er dichtbij.”
Levenswijze
Petta heeft zijn bankroet inmiddels een plekje kunnen geven. Geld is volgens hem ook niet alles. “Ik hoef niet alles te hebben om gelukkig te zijn. Ik woon nu in een klein appartementje, heb warm water en elektriciteit. Dat is genoeg voor me. En nee, ik kan niet alles kopen wat ik wil, maar wel brood. Dat kan niet iedereen in de wereld zeggen.” Hij is tevreden met zijn huidige levenswijze. “Het is allemaal zo betrekkelijk, weet je. Je kan al jouw geld toch nooit meenemen, de hemel in. Dus eigenlijk betekent het niks.”
Reacties