bord-op-schoot

VK Sportphoto

Opinie

Analyse · Einde 'bord-op-schoot' tijdperk

Van de redactie

Met deze roerige transferzomer lijkt er een nieuw tijdperk aangebroken in Rotterdam-Zuid. Zo kwamen er veel nieuwe, tropische verrassingen, maar vertrokken ook de laatste spelers die door middel van de ‘bord-op-schoot-scouting’ waren binnengehaald.

FC Emmen verloste Feyenoord van Mark Diemers, waar Jens Toornstra na acht geweldige jaren voor speeltijd koos bij zijn oude club FC Utrecht. Vaak was er kritiek op met name het aankoopbeleid onder Martin van Geel. De algemene teneur was vaak, dat als een speler in de eredivisie opviel het een belletje uit Rotterdam kon verwachten. Toch heeft dit beleid Feyenoord weldegelijk wat gebracht.

Zelfs Arne Slot benoemde het pas geleden. Er wordt vaak negatief gesproken over de zogeheten ‘bord-op-schoot-scouting’ (het halen van spelers die we op tv voorbij zien komen in de eredivisie), maar de laatste kampioenschappen van Feyenoord zijn wel behaald met een selectie bestaande uit spelers die op die manier zijn binnengehaald. Feyenoord werd er in 1999 en 2017 kampioen mee. En ook de laatste KNVB Bekers en Johan Cruijff Schalen werden gewonnen met spelers die overwegend aan het predikaat 'bord-op-schoot' voldoen.

Het 'bord-op-schoot'-gehalte is vooral hoog bij de spelers die door Martin van Geel en kortstondig Sjaak Troost (interim) zijn gehaald, namelijk 80% (zie schema). Die gehaalde spelers zijn uiteindelijk wel voor meer verkocht dan gekocht. Echter, met alle gelden die naar zaakwaarnemers, spelers en vorige clubs gaan, blijft er weinig over van de ruim 26 miljoen euro aan restwaarde.

Kijkend naar de lijst met spelers die met name Van Geel heeft gehaald, is het opvallend dat een tweetal namen die niet middels ‘bord-op-schoot-scouting’ werden gehaald - Senesi en Sinisterra - als één van de weinigen wél flinke winst opleverden. Het duo zorgt ervoor dat er geen negatief transferresultaat van 5 miljoen euro op het conto van Van Geel/Troost kan worden geschreven.

Tekst gaat door onder schema

Van Geel/Troost - Speler met de club waarvan overgenomen, danwel waarvoor gespeeld.

Dikgedrukt = niet bord-op-schoot-scouting

van-geel5

Inmiddels lijkt het 'bord-op-schoot scouten' in een ver verleden te liggen. Sinds de komst van Frank Arnesen zijn er 36 spelers gehaald, waarvan er 17 vanuit een bekende hoek kwamen. Het bord-op-schoot-gehalte daalde daarmee naar 47% (zie schema onder artikel).  

Uiteindelijk kwamen 19 onbekende spelers, waarvan iets minder dan de helft al te licht lijkt bevonden (o.a. Bozenik, Conteh, Balde, Bassett) of reeds is vertrokken (o.a. Pratto, Texeira, Spajic). Wat dat betreft zijn spelers die van ver komen, niet direct een garantie voor succes. Wie wel tot succesvolle onbekende nieuwkomers kunnen worden gerekend zijn Trauner, Aursnes, Pedersen en Nelson. Deze spelers vormden tezamen met o.a. bekende nieuwkomers als Til, Dessers en Jahanbakhsh een sterk geheel dat de finale van de Conference League wist te bereiken.

Met het halen van tropische verrassingen als Marcos López, Santiago Giménez, Igor Paixão, David Hancko en Ezequiel Bullaude, heeft de club voornamelijk ingekocht met onbekende targets die in de toekomst vermoedelijk geld kunnen opleveren. Tot op heden is van de spelers die Arnesen aantrok alleen Aursnes voor veel geld vertrokken (13 miljoen). Voor de overige spelers is het dus afwachten of dat ook winst gaat opleveren. 

Het is de vraag of het nieuwe beleid van Feyenoord daadwerkelijk gaat leiden tot meer succes en financiële mogelijkheden. Feit is dat de meest recente prijzen zijn gewonnen met veelal spelers die het predikaat 'bord-op-schoot' hebben. Op zich dus geen verkeerd aankoopbeleid, al had het vaak weg van incidenteel succes. Feit is ook dat de grootste transferopbrengsten zijn behaald met spelers die van buiten de eredivisie kwamen.

Aan Feyenoord en Arne Slot nu de taak om beide werelden te verenigen: prijzen winnen en grote transfers realiseren. Geheel in lijn met het nieuwe beleid van Dennis te Kloese. Met het binnenhalen van talentvolle buitenlandse spelers hoopt de club op termijn restwaarde te verzilveren en zo meer continuïteit te creëren in transferinkomsten. Met stijgende inkomsten kan vervolgens een andere categorie spelers worden aangetrokken, wat de kans op het winnen van iets tastbaars weer vergroot.

De komende seizoenen zal uitwijzen of deze strategie vruchtbaar is en leidt tot structureel succes. Zo niet, dan rijst vanzelf weer de vraag of het bord weer op schoot moet worden getrokken.

Arnesen - Speler met de club waarvan overgenomen, danwel waarvoor gespeeld.

Dikgedrukt = niet bord-op-schoot-scouting

arnessen-lijst

Delen

Reacties

Allereerst, eens dat we een transitie zien van het bord-op-schoot beleid naar een meer allround technisch beleid waarin kwaliteit leidend is en niet de eredivisie als vijver om in te vissen. Leuk om dat ook met de lijst van gehaalde spelers te zien.

Ik vind het echter een suggestieve en misleidende conclusie dat bord-op-schoot beleid onze route naar succes zou zijn omdat er (enigszins bij toeval) twee kampioenschappen zijn behaald in relatief matige jaren van onze concurrentie. In bovenstaande artikel wordt dit al her en der genuanceerd, maar het gaat daarnaast ook geheel voorbij aan de bepalende rol van onze jeugdopleiding bij de meest recente prijzen. Bovendien wordt er in dit artikel ook niet gekeken naar het puntengemiddelde dat bij ons echt schrikbarend laag is als je dat vergelijkt met de grootste concurrenten.

In de realiteit is het bord-op-schoot beleid natuurlijk verre van een succesvol beleid. Slechts twee kampioenschappen in ongeveer 23 jaar tijd zou juist moeten leiden tot de conclusie dat dit beleid zeer weinig sportief resultaat op heeft geleverd, hetgeen ook al veel eerder had moeten leiden tot een koerswijziging. *Overigens geldt dat voor de laatste halve eeuw in z'n totaliteit als je kijkt naar het (technisch) beleid bij Feyenoord.

Het bord-op-schoot beleid met de focus op veelal ervaren eredivisiespelers die een jaar of iets langer uitblonken werd gekenmerkt tot het halen van veelal Nederlandse spelers met beperkte restwaarde en doorgroeipotentie, heel weinig spelers zijn bij ons die uiteindelijk voor een hogere transfersom werden doorverkocht. Doordat we nooit klappers maakten op de transfermarkt -behoudens met eigen opgeleide jeugd of de incidentele parel uit de scouting- hebben we een grote financiële achterstand opgelopen op Ajax en PSV door de jaren heen. Tevens was de overall kwaliteit van dit type spelers dusdanig matig dat we gemiddeld op plek 3 (met een grote puntenachterstand) stonden en daarmee eveneens veel Europees CL geld zijn misgelopen. Het is een recept voor een vicieuze cirkel neerwaarts in plaats van opwaarts.

Ajax en PSV hebben al veel langer de volgorde omgedraaid en kwamen met grote talenten uit het buitenland die ze voor grof geld hebben verkocht. Ten eerste omdat die goed gescoute spelers veel kwaliteit hadden, maar ook omdat het algehele niveau werd opgekrikt door dat soort spelers en daarmee ook Europees de nodige resultaten werden gehaald. Wat weer leidde tot extra aandacht voor dit soort spelers in de internationale markt en weer hogere transfersommen enz.

De enige juiste route voor succes wordt onderin het artikel beschreven: jonge spelers scouten met kwaliteit (mag ook in Nederland, met spelers zoals Timber) die veel potentie en restwaarde herbergen, kwaliteit van de eigen jeugd verhogen en kansen geven, en dan evt kijken in de eredivisie/NL/int netwerk of er spelers zijn die qua Europese ervaring bijvoorbeeld van toegevoegde waarde zouden zijn (categorie Kuyt, van Persie, Gio, Berghuis, Elia, maar ook Aursnes & Trauner vanuit een internationaal perspectief).

*Een kanttekening die ik ook nog wil plaatsen. Ons oude bord-op-schoot beleid had veel oog voor spelers als Toornstra, Ayoub, Vejinovic, Larsson, Vormer etc. Mid-twintigers die al iets hadden bewezen bij een subtopper. Helaas hebben we weinig grote jongere Nederlandse talenten gehaald met de bord-op-schoot strategie, de categorie die echt potentie heeft in de zin van doorgroeikwaliteit en meer restwaarde. Het type Timber. Ook daar valt nog een slag te maken, onder voorbehoud dat zulke talenten wel betaalbaar moeten zijn (en op dit moment is dat voor ons niet echt het geval).
Oh zie het nu staan, maar waarom zou je dat zo indelen? Dat was meer zoon-op-strand scouting haha. Een speler die ergens op een dood spoor zit telt niet helemaal, vind ik.
Lijkt me vrij logisch dat een mix van talent uit eigen jeugd, -bord op schoot- scouting van spelers uit de eredivisie die zich snel kunnen aanpassen, en putten uit een uitgebreid internationaal netwerk van scouts het beste is. Net als dat je het liefst een mix van talent en meer ervaren spelers hebt. Probleem is echter dat bewezen talent uit de Eredivisie wel erg duur is geworden voor Feyenoord. Wat dat betreft goed dat de internationale scouting zo is verbeterd.
Jullie missen Szymanski in het lijstje van Arnesen.
Hancko een tropische verrassing?! Is toch gewoon een Europeaan...