COLUMN • Arne Slot weet nu ook hoe het is om Feyenoorder te zijn
Afgelopen zomer kon je niet met je ogen knipperen of Feyenoord had weer een speler gehaald. In de winterse transferwindow ging het anders.
Alleen Neraysho Kasanwirjo kwam. Ramiz Zerrouki kwam niet. Afgelopen zomer wilde Feyenoord hem al, maar Jan Streuer, td van FC Twente, zei ‘nee’. Begin januari meldde Feyenoord zich opnieuw. Streuer zei opnieuw ‘nee’. Eind januari meldde Feyenoord zich alweer en Streuer zei alweer ‘nee’. ‘Had je maar eerder moeten komen’, zei hij. Humor.
Thomas van den Belt kwam ook niet. Zijn club PEC Zwolle schijnt drie miljoen euro voor hem te hebben gevraagd. Komende zomer mag hij voor acht ton weg, dus ik begrijp wel dat Feyenoord denkt ‘prima joh, wachten we toch effe’. Als Feyenoord straks Champions League speelt, legt het lachend die acht ton neer. En anders ook.
Het is wel even wennen dat Feyenoord geen paniekaankopen meer doet. Als een club niet aan Feyenoord wil verkopen of teveel geld vraagt, proberen we het later gewoon opnieuw en intussen kijken we naar alternatieven. Een paar jaar geleden zou Feyenoord nog gauw ergens een uitgerangeerde Argentijn vandaan hebben getoverd. Nu niet. Geen paniek.
Na twintig wedstrijden staat Feyenoord aan kop. Dat zorgt voor paniek. Niet bij Feyenoord, maar bij journalisten en analisten. Even dacht ik afgelopen week dat Arne Slot een aanslag had gepleegd of iemand had verkracht, zoveel shit kreeg hij over zich heen.
Wat bleek? Hij had een kritische kanttekening geplaatst bij de beslissing van scheidsrechter Allard Lindhout die tijdens FC Twente-Feyenoord floot voor hands van Santiago Giménez. Twente-speler Robin Pröpper gebaarde ook dat het hands was. En dat was het. Van Pröpper. Zuivere pingel. Toen in de portakabin van de VAR duidelijk werd dat het niet Giménez maar Pröpper was die hands had gemaakt, besloot de scheids, ingefluisterd door de VAR, aan zijn fluitsignaal een andere draai te geven: Giménez zou hebben geduwd.
Slot zei er na afloop wat van en hij had volkomen gelijk, maar hij had niks mogen zeggen. Hij was een jankerd. Toen zijn ploeg in Nijmegen werd bestolen door Gözübüyük die een glaszuiver doelpunt van Giménez afkeurde, hield Slot zijn mond. Dat mocht dan weer wel. Slot moet zich in stilte de grootste arbitrale dwalingen laten welgevallen en doet-ie dat een keer niet, dan krijgt-ie in de media een week lang de strontkar over zich heen. Slot weet nu ook hoe het is om Feyenoorder te zijn.
Als Slot erin slaagt kampioen te worden met Feyenoord, heeft hij twee seizoenen achter elkaar een wonder verricht. Vorig jaar finale Conference League en een jaar later, met zeven nieuwe spelers in de basis, de titel. Zover is het nog lang niet, maar als Slot in mei met de schaal in zijn handen staat en een traantje wegpinkt, zullen wij elkaar aanstoten en zeggen: ‘Daar staat-ie hoor, die jankerd’.
Frans