ben-wijnstekers2

VK Sportphoto

In beeld

Wijnstekers: "Toen wij hoorden dat Cruijff zou komen, hadden wij iets van: nou, lekker"

Stan

Tegenwoordig zet Bennie Wijnstekers zich in voor de Feyenoord Soccer Schools en is hij op wedstrijddagen gastheer in De Kuip, maar in de jaren 70 en 80 speelde hij als verdediger meer dan 400 wedstrijden voor Feyenoord. In de serie Bakkie Pleur voor de deur van YouTube-kanaal Bankzitten op Zuid spreekt ras-Rotterdammert Roel Pot uitgebreid met het club-icoon.

In 1984 vierde Wijnstekers een kampioenschap met Feyenoord. Dat langverwachte succes van de Rotterdammers was voor een groot deel te danken aan Johan Cruijff, oftewel: 'de man uit 020', zoals Wijnstekers hem gekscherend noemt. "Ik weet dat anderen dat heel kinderachtig vinden, maar aan de andere kant: dat hoort gewoon een beetje bij ons", vertelt het icoon van de Rotterdamse club over de rivaliteit met Ajax. "Kijk, als ik Feyenoord – Ajax zie, dan heb ik, nu nog steeds, een 'hekel' aan Ajax. Daarmee bedoel ik een hekel aan Ajax als club zijnde."

Op persoonlijk niveau, heeft Wijnstekers positievere ervaringen met de Amsterdammers. "Ik heb met die gasten gespeeld bij het Nederlands Elftal en dan ga je toch wel beter met ze om, dan misschien met andere spelers. Omdat je een beetje dezelfde humor hebt. Als ik nu zo’n Johnny van ’t Schip zie, denk ik: 'Dat is tenminste een beetje een normale Ajacied', hoe hij doet, hoe hij overkomt. Voor de rest mogen ze van mij altijd verliezen, want dat gevoel blijft er altijd inzitten."

"Ik heb natuurlijk wel met Cruijff gespeeld, terwijl je weet dat heel veel supporters dat niet leuk vonden", gaat Wijnstekers verder. De selectie bestond op dat moment nauwelijks uit spelers van buiten zijn geboortestad. "Wij hadden natuurlijk heel veel Rotterdamse jongens: Henk Duut, Mario Been, André Stafleu, Peter Houtman. Op het moment dat we hoorden dat Cruijff zou komen, hadden wij iets van: nou, lekker. Net zoals die supporters eigenlijk hadden. Maar ik moet zeggen dat het echt geweldig is geweest."

Dat seizoen maakte de voormalig rechtsback van de Rotterdammers kennis met de eigenzinnige Cruijff. "Hij wist alles beter: hoe je een flesje Spa rood moest drinken, hoe je moest biljarten… Dan hadden wij in het spelershome een biljart en zei hij hoe we hem moesten raken. We hadden ook een keer een woord verzonnen wat eigenlijk helemaal niet bestond en dan vroegen we: 'Wat betekent dat Johan?' Ging hij nog vertellen wat het betekende ook. Maar ik moet zeggen: geweldige man, qua humor. En hij was positief in de groep."

De hele aflevering van Bakkie Pleur voor de deur met Ben Wijnstekers is hieronder te bekijken:

Delen

Reacties

Natuurlijk was Cruijff een geniale voetballer. En als mens wist hij veel, maar hij dacht dat hij alles wist.
Ik was zo'n supporter die helemaal tegen de komst van Cruijff was. Liever geen prijzen, dan prijzen winnen mét Cruijff .
Totdat ik hem bezig zag bij ons !!!
Hij is nu nog steeds een van mijn voetbalhelden , ook al was het maar een amsterdammer .
Ik herinner me de troostfinale van het AD-toernooi in de zomer van '83 nog goed. Vrijdags had Feyenoord teleurstellend van Standaard Luik (uitblinkende Tahamata!) verloren, waardoor ze op zondag een soort troost-finale speelden tegen Liverpool dat twee dagen daarvoor van HSV verloren had. Binnen de kortste keren stonden we weer met 0-1 achter, maar toen dacht Amsterdamse Jopie "Sorry maar hier heb ik dus geen zin in": Halverwege de helft van de tegenstander begon hij aan een actie die eindige met de bal in het Liverpooldoel. Echt weergaloos goed. Het werd uiteindelijk 3-3 maar de superieure klasse van Cruijff was maar weer eens onweerlegbaar aangetoond. Jammer dat zijn wiegje in de verkeerde stad stond, dat dan weer wel....
Iedereen die ik ken dacht, wat moeten we met die kreupele? Maar dat duurde niet lang. Die Cruijff kon iedereen beter laten spelen. Zelfs op 80% sprong die d'r nog bovenuit. Hij kon ook geen hele wedstrijden meer spelen, kan ik mij nog herinneren. Maar dat bleek geen enkel probleem. Die vent kon toveren.
Dat jaar bij ons, zijn laatste, speelde hij bijna alles terwijl hij het jaar daarvoor daaro constant geblesseerd was. Zijn revanchegevoelens gaven hem vleugels. Weergaloos goed.
Ja, dat was next level. Met een gulzige Gullit en Houtman die ze er vanuit alle hoeken inschoot. Het was soms best spectaculair wat we toen te zien kregen. Maar uiteraard zaten we ook toen te klagen. Ik hoor nog iemand keihard roepen zodat hij het kon horen, Stanley Brard! Wat moet je daar nou mee joh? ;-)
En Koko Hoekstra steeg ook ver boven zichzelf uit. Ivan Nielsen, Vd Korput, Wijnstekers, Hiele. Stond als een huis. Brard begreep ik toen als tiener ook niet zo.
Ik weet nog dat ik tegen mijn vrouw zei: vandaag met die 020-erbij, jammer dat er geen ijs/sneeuw ligt, zo dacht ik toen...

Wedstrijd begint: striemend fluitconcert.

De rest: Vermeulen, Brard, de dubbel, is geschiedenis, wat een fenomeen.