Komst Jean-Paul Boëtius lijkt ver weg

Het lijkt steeds onwaarschijnlijker dat Jean-Paul Boëtius terugkeert op het oude nest. De speler traint mee met de selectie en maakte zijn opwachting in de oefenwedstrijden tegen Union Sint-Gillis en Olympique Lyon. De transfervrije Boëtius is een interessante speler, maar heeft momenteel geen prioriteit. 

Arne Slot was na afloop van de verloren oefenwedstrijd tegen Olympique Lyon helder tegenover ESPN. De van origine linkeraanvaller is niet in beeld voor een positie voorin. Volgens de trainer is Boëtius in Duitsland verworden van buitenspeler tot middenvelder. “We zien hem niet als vervanger voor bijvoorbeeld Luis Sinisterra. De goals zullen van anderen moeten komen”.  

Slot ziet in Boëtius meer een speler voor achter de bal, zoals hij hem liet spelen tegen Lyon. “Maar juist voor de posities waarvoor hij in beeld komt zijn we goed voorzien. Met Orkun Kökcü, Fredrik Aursnes en Mats Wieffers”. En dan heeft Feyenoord ook nog Jens Toornstra en de recent aangetrokken Sebastian Szymanski. Bovendien circuleren de namen van Quinten Timber (21) en Adil Aouchiche (20) in Rotterdam. Spelers die ook op het middenveld uit de voeten kunnen. Jonge spelers waarvoor weliswaar een transfersom moet worden betaald, maar die tevens een interessante potentiële restwaarde vertegenwoordigen. 

Boëtius is inmiddels 28 jaar. Doorgaans is de restwaarde dan over de top heen. Tegelijkertijd is het een leeftijd waarop je nog lekker een paar jaar wilt voetballen. Dat Boëtius voor een rol op de reservebank wil komen lijkt dan ook niet aannemelijk.

Het heeft er schijn van dat beide partijen elkaar achter de hand gehouden. Voor het geval spelers alsnog worden verkocht (Aursnes, Kökcü) en tegelijkertijd de gewenste versterkingen niet haalbaar blijken (Timber, Aouchiche). En mocht dat niet gebeuren, dan heeft Boëtius zich bij Feyenoord kunnen optrainen. De speler kan dan direct instappen zodra er zich een interessante club aandient. Naar verluidt heeft Hertha BSC zich reeds gemeld.

Of Feyenoord en Boëtius elkaar gaan vinden zal de transfermarkt moeten uitwijzen.